Stap 3
- Als je met een vergrootglas tegen een voorwerp zit, ziet het beeld er normaal uit. Als je het er een beetje vanaf houdt, ziet je het voorwerp heel groot maar wazig.
- Idem als 1. We ervaren dat wanneer we elkaar van zo dicht bekijken, we gegeneerd zijn. Het is soms makkelijker om door het vergrootglas te kijken met een oog dicht.
- Je ziet de kleine haartjes en de poriën door het vergrootglas op de huid veel beter.
- Een microscoop is handiger voor heel kleine voorwerpen gedetailleerd te bekijken. Hoewel je met een vergrootglas ook al veel details beter kan zien. Voor gewoon kleine voorwerpen is een vergrootglas handig.
- We werken met de boekjes "Waar is Wally?"
- Zoek naar een witte baard en een blauwe muts => tovenaar.
- Zoek naar een rode muts en een rood gestreepte T-shirt => Wally.
- Zoek naar een staart => hond.
- In het prentenboek "Knuffelkoe":
- Hoeveel vlekjes heeft de koe?
- Hoeveel vlaggetjes zijn er?
- Zoek de verschillen: We hebben twee prenten waarvan er van een prent dingen zijn weggelaten. De kleuters moeten de verschillen vinden.
- Hoeveel vlaggetjes zijn er in heel het boek? (Met opa naar de Sint)
- Zoek de konijntjes. (Knuffellap)
Het is moeilijk om je eigen afdruk te herkennen want ze lijken hard op elkaar.
Deel 2 (Andere opdrachten met dit materiaal)
1. Zoek de verschillen tussen 2 vinger/pootafdrukken.
Benodigdheden: Blad met vinger- en pootafdrukken en een vergrootglas.
Bedoeling: De kleuters krijgen een blad met vinger- en pootafdrukken op. Ze moeten de verschillen zoeken tussen de afdrukken. (Groter, kleiner, ...)
Instructies: Welke afdruk is groter? Zie je nog een ander verschil? Welk? Weet je misschien van welk dier deze afdruk is? Zou het een groot dier zijn? Is deze afdruk van een mens? Zie je gelijkenissen in de afdrukken?
2. Memory van vinger- en pootafdrukken.
Benodigdheden: kaartjes met verschillende vinger- en pootafdrukken op. Er zijn telkens paren.
Bedoeling: Twee dezelfde plaatjes vinden. Iedereen mag om de beurt twee kaartjes omdraaien. Zijn deze hetzelfde dan heb je een paar gevonden en mag je nog een keertje. Zijn de twee plaatjes verschillend? Dan moet je de kaartjes terug omdraaien en is het aan de volgende. Degene met de meeste paren wint.
Instructies: Jullie mogen om de beurt twee plaatjes omdraaien. Als het twee dezelfde afdrukken zijn, dan mogen jullie de afdrukken bijhouden en nog een keertje. Als het niet twee dezelfde afdrukken zijn dan draai je de kaartjes terug om en is het aan het volgende kindje. Je moet goed onthouden waar welk kaartje ligt!
8. Situatie 1: bij het BC kriebelbeestjes kan je kleine diertjes bekijken.
Situatie 2: bij het BC bos om dingen uit het bos te bekijken. (mos, gras, modder,...)
Situatie 3: bij het BC kabouters kan je paddenstoelen bekijken.
Stap 4:
BC Sinterklaas:
1. In de baard van Sinterklaas kleine voorwerpjes zoeken.
2. De juf maakt een grote tekening van een boot waarin mensen zitten. Maar ook Zwarte Piet, Sinterklaas en het paard bevinden zich in de boot. De kleuters moeten ze zoeken met een vergrootglas. (Volgens het concept "Waar is Wally?").
3. Verschillen zoeken tussen snoepjes. (kleuren, kleiner/groter, vorm,...)
4. Zoek de verschillen tussen twee prenten van de Sint.
5. Een kleine tekening maken voor een kleine Zwarte Piet. We bekijken erna samen de tekening met een vergrootglas.
6. De juf heeft allemaal pietenhoeden met een veer verstopt in de klas. De kleuters moeten in de onthaalkring blijven staan en ze van daaruit zoeken met een verrekijker.
Stap 5:
We werken nummer 5 en 1 van de vorige oefening uit.
Nummer 1:
Benodigdheden: Tekening van Sinterklaas op A3 met een baard gemaakt van wol en watjes, kleine voorwerpen (bv snoepjes, parels, legoblokjes, ...), vergrootglas.
Opstelling: Het is een BA. Een groepje van vier kleuters gaat rond een tafel staan waar het blad van de Sint op ligt. Elke kleuter mag om de beurt een voorwerp zoeken in de baard. Ze moeten het vergrootglas aan elkaar doorgeven.
Instructies: Sinterklaas zit in bad. Maar hij moet zich haasten omdat hij al de pakjes moet gaan tellen. Willen jullie hem helpen om zijn baard proper te maken?
Vragen: Wat heb jij gevonden? Vind je het moeilijk om de spullen te vinden in zijn baard? Is het makkelijker met een vergrootglas?
Wat ervaren ze? Werken met een vergrootglas, positief zelfbeeld, op je beurt leren wachten, elkaar helpen, plezier beleven.
Wat verwoorden ze? Kls verwoorden wat ze zien met en zonder vergrootglas.
Nummer 5:
Benodigdheden: Kleurpotloden, papieren (A6 of A5)
Opstelling: Kleuters zitten aan een tafel. De KO vertelt dat de hulp Sint en de hulp Piet heel klein zijn. Daarom zouden ze graag eens een kleine tekening krijgen.
Instructies: De hulp Sint en de hulp Piet zijn erg klein. Ze vinden het jammer dat ze altijd zo'n grote tekening krijgen. Ze zouden liever eens een kleine tekening krijgen. Dan kunnen we die ook bekijken met een vergrootglas!
Vragen: Wat ga je tekenen? Vind je het makkelijker of moeilijker om zo klein te tekenen? Vind je het leuk?
Wat ervaren ze? Kls gebruiken hun fijne motoriek, positief zelfbeeld, plezier beleven.
Wat verwoorden ze? Kls verwoorden of ze het moeilijk vinden of niet om zo klein te tekenen. Ze verwoorden of ze het leuk vinden of niet.